Geschiedenis
De oorsprong van het terpdorp Hitzum gaat terug tot voor onze jaartelling. Na de Kerstening zal ook op deze terp een kerkje zijn gesticht. Daarover is echter niets meer na te gaan. Ongeveer in de periode van de 10e tot de 12e eeuw moet een tufstenen kerk met toren zijn gebouwd. Bij de (gedeeltelijke) afbraak van de oude zadeldaktoren in 1819 is namelijk sprake van “duivesteen” (= tufsteen). In 1857 heeft de schoolmeester van Hitzum , W.J.Ennema, over de toenmalige kerk het volgende genoteerd:
”De hervormde kerk alhier is een oud gebouw ,zeker lang voor de hervorming gesticht, doch wanneer is onbekend.Volgens eenen steen, met eene inscriptie,vroeger in de noorder muur der kerk aanwezig, meent men dat de kerk in 1591 aanzienlijk verbeterd is; doch naar dien de steen verdwenen is, kan men zulks niet met zekerheid bepalen.(……) Men vindt twee zeer oude grafzerken in de kerk, eene rood grijze en eene blaauwe, die schuin toelopen en waaronder R.C.pastoors begraven zijn; de opschriften zijn niet heel duidelijk te lezen. Buiten deze zijn er nog twee groote blaauwe grafsteenen in de kerk van de familie Hemmema en Roordama”.
Misschien bevinden deze zerken zich nog onder de vloer van de tegenwoordige kerk.
De Families Hemmema en Roorda(ma) zijn bewoners geweest van Roorda-state, welke gelegen was aan overzijde van de weg , ten noorden van de kerk. In 1819 wordt de oude zadeldaktoren verbouwd tot de huidige toren met spits. Tevens vindt “eene aanmerkelijke vernieuwing en verbetering van het kerkgebouw “plaats, waarbij deze volgens aantekeningen van meester Ennema , enkele ellen is ingekort. In 1883 wordt de oude kerk afgebroken en wordt naar een plan van architect M.Hofstra uit Franeker door aannemer F.Bruinsma uit Achlum voor ƒ 7.155,10 een geheel nieuwe kerk gebouwd bij de bestaande toren. De nieuwe kerk wordt “ingewijd” op zondag 4 november 1883.
In de noordwest gevel van de kerk is een gedenksteen aangebracht ter herinnering aan de eerste steen legging op 21 juni 1883 door Joseph Louis Simon Chretien Goddefroy, 5 jarig zoontje van Ds. M.J.Goddefroy, de toenmalige predikant van Achlum & Hitzum.
Interieur
Het gepleisterde interieur is overdekt door een tongewelf en versierd met stucwerk-elementen (o.a. pilasters langs de ramen). De kanselkuip bevat vier brede en vier smalle zijden met versierde panelen en is dus achthoekig van vorm.Op de hoeken Korintische pilasters met eikenbladeren omslingerd. De steun onder de lezenaar heeft de vorm van een duif met een boekrol in haar pootjes: symbool van de Heilige Geest. De kuip van de kansel dateert vermoedelijk uit 1819. Ruggeschot, klankbord en trap van de kansel lijken van latere datum te zijn. Hetzelfde geldt van het doophek. Wellicht zijn deze onderdelen in 1883 bij de bouw van de nieuwe kerk vervaardigd. De tekstborden zijn in 1856 aangebracht.
De in 1883 aangeschafte “Amerikaansche kerkbanken” vallen op door hun gebogen zittingen. Het is een soort bank die voor een Friese dorpskerk uniek mag worden genoemd. In het middenpad stonden oorspronkelijk banken met rieten zittingen, door het kerkvolk wel canapé’s genoemd. Deze zijn ook in 1883 aan de kerk geleverd. Dit meubilair is verdwenen en heeft plaats gemaakt voor de tegenwoordige stoelen. Het avondmaalszilver bestaat uit: een schenkkan , één grote en twee kleine broodschalen, twee bekers en twee bekerdeksels. De schenkkan, de broodschalen en de bekerdeksels zijn in 1877 aangekocht. De ene beker dateert uit 1664. De andere is in 1851 naar het model van de oude gemaakt.
Het interieur is bij een opknapbeurt in 1981, verrijkt met twee koperen kronen, waarvan één door een lid van de gemeente aan de kerk is geschonken.
Het orgel
Het orgel is in 1855 door L.van Dam & Zonen te Leeuwarden gebouwd en is in 1981 door Bakker & Timmenga gerestaureerd. Op 9 april 1855 werd het ingespeeld door J.Camminga, organist van de Grote Kerk te Franeker. Het orgel heeft in de loop der tijd nauwelijks wijziging ondergaan. Een later aangebrachte Violon 8vt. is bij de restauratie in 1981 vervangen door een –vermoedelijk ook oorspronkelijk geplaatste – Quintfluit 3vt. Een bijzonderheid aan het orgel is, dat het beschikt over een met voettreden te bedienen mechanische vrije combinatie.
De dispositie is als volgt:
Prestant 8vt. Fluit dÁmour 4vt.
Cornet *3 sterk(disc.) Bourdon 16vt.
Trompet*8’ (bas/disc.) Viool de Gambe 8vt.
Holpijp 8vt. Octaaf 4vt.
Quintfluit* 3vt. Octaaf* 2vt.
Tremulant
Pedaal aangehangen C-g’
omvang klavier C-g”
*= Vrije combinatie met voettreden.
Exterieur
Het exterieur van de op een kerkhof gelegen kerk vertoont een eenvoudige baksteen architectuur met rond boog vensters. Het muurwerk is versierd met lagen gele en rode baksteen. De zuid muur is naderhand van een gewitte bepleistering voorzien.De oostzijde heeft een driezijdige sluiting. In de zuidwestelijke hoek van de kerk en toren is de consistoriekamer gebouwd. In 1951 wordt de toren ommetseld tot de toren zo als we die nu kennen. In de negentiger jaren is de toren in meerdere fases gerestaureerd zodat deze nu weer in goede onderhoudsstaat verkeert
In de klokkenstoel in de toren is plaats voor 2 klokken.
Er hangt er echter maar één…
11 en 12 maart 1943 zijn de klokken door de Duitse bezetters opgehaald en naar Meppel getransporteerd. Na de bevrijding werd slechts de grote klok teruggevonden.en weer in de toren opgehangen. Vermoedelijk is toen de klepel zoekgeraakt want er hangt een verkeerde klepel in de klok.
In 2008 is de luidas weer vervangen door een houten (bilinga) exemplaar en is een nieuwe passende klepel door de fa. Daelmans gemonteerd. Tevens is de lagering van de luidas en de hamer voor het uurslagwerk vervangen.
De klok is in 1637 gegoten door Jacob Noteman te Leeuwarden. De onderdiameter is 103 cm en hij weegt ca. 660 kg.
De toon is fis 1.
Het opschrift op de klok:
IN HET IAER DUYSENT SESHONDERT ENDE SEVEN EN DARTICH HEEFT MY JACOB NOTEMAN IN LEEUWARERDEN GHEGOTEN.
Op de zijkant: GAETSE*IANSEN* WILLEM CLASEN/ ENDE *PIECKE* TACKELES; SIBRANT* FOPPES* KERK*VOOCHD / EN* DORP*RICHTER*IN HITZUM
Verder een alliantiewapen met opschrift:
ADE VAN EYSINGA ENDE IVFFROU CATHARINA/ VAN EYSINGA IN LEVEN GRITMAN / OVER LEEUWERDER-DEL
En een wapen met opschrift:
NICOLAUS* SIBRANDI*SNEGANVS/ GELGLS*IN*ACHLI*ET HETZV
De kleine klok is in 1671 gegoten en had een onderdiameter van 95 cm. en een gewicht van ca. 520 kg.
Het opschrift luidde:
PETRUS OVERNEY HEEFT MY GEGOTEN IN LEEUWARDEN ANNO 1671
Wapen van :Vaan BURMANIA /VAN EYSINGA
met opschriftt:
IufBERBERa VAN /BURMANIA TOT/ HITZUM 1671